-smalfilm bestaat in drie uitvoeringen:
Het standaardformaat van de 8 mm-film (Dubbel 8) werd tijdens de Grote Depressie ontwikkeld door het bedrijf Eastman Kodak
en op de markt gebracht in 1932 om een amateurfilmformaat tot stand te brengen dat minder duur was dan 16 mm film. De filmspoelen bevatten eigenlijk een 16 mm film,
doch met tweemaal zoveel perforaties langs elke rand dan een normale 16 mm film. De film werd bij de cameraopname slechts langs de helft van zijn breedte
belicht. De spoel wordt na het filmen van één kant omgekeerd om de andere kant op te nemen. Na het ontwikkelen wordt de film in de lengte doorgesneden en ontstaat de 8 mm film.
Single 8 is opvolger van Dubbel 8 en wordt geleverd in 8 mm breedte ipv Dubbel 8 die in 16 mm breedte werd geleverd.
De camera werd dan ook een handzamer formaat. De beeldgrootte van Single 8 en Dubbel 8 mm is 4,8 x 3,5 mm
en is daarmee kleiner dan van Super 8. 1 meter film bevat 264 beelden.
Met de Super 8 uit 1965 werd een filmstrook geïntroduceerd met een kleinere perforatie.
Kodak staakte de productie van de standaard 8 mm-film begin jaren negentig, maar Super 8 wordt nog wel geproduceerd.
Eind 2010 stopte het enige overgebleven Kodachrome-laboratorium in de wereld met het ontwikkelen van de Super 8-film.
Anno 2024 is Super 8 een nog steeds veelgebruikt formaat voor hobbyisten en kunstenaars.
De 16 mm film is een filmformaat waarbij de filmstrook zestien millimeter breed is.
Eastman Kodak introduceerde het 16 mm formaat in 1923. De film was onbrandbaar en dit formaat kreeg de voorkeur
boven 17,5 mm (precies de helft van de bekende 35 mm) om zo te verhinderen dat amateurfilmers de ontvlambare
35 mm in tweeën zouden scheuren om in thuisprojectoren en camera's te gebruiken.
Omdat 16 mm film voor veel amateurs nog te duur was, werd later het 8 mm filmformaat op de markt gebracht.